"Inenting is de enige preventie tegen de gevaarlijke kattenziekte panleucopenie. We zien echter dat mensen steeds minder hun dieren inenten uit gemakszucht en vanwege de crisis. Ik gok dat zeker vijftig procent van de katten niet is ingeënt." Een epidemie kan het gevolg zijn, waarschuwt Nico Dijkshoorn, eigenaar van Dierenkliniek Dijkshoorn in Zeist. Die vrees wordt erkend door de beroepsorganisatie KNMvD. "Als het aantal vaccinaties onder de 75 procent komt, gaat het met de besmetting van dit virus heel snel", aldus een woordvoerster.
 
Dijkshoorn, die met collega-dierenartsen deze maand twee terminale katten uit Soesterberg en Zeist diagnosticeerde met panleucopenie, is bezorgd. "Als er honderd geinfecteerde katten gebracht worden, gaan er zeker 98 dood. Ondanks een zeer intensieve behandeling met infuus en medicijnen." Volgens Dijkshoorn blijft het virus een jaar levend in de uitwerpselen van zieke katten. Met name jonge en/of ongevaccineerde katten worden getroffen door de ziekte. 
 
De KNMvD, die wijst op een recente uitbraak van kattenziekte in Spijkenisse en Den Helder, is blij met de aandacht voor de noodzaak van vaccinatie. "Vaccinatie hoort bij de zorg voor het huisdier. We weten dat minstens 75 procent van de katten ingeënt moet zijn, om het virus geen vat te laten krijgen op de kattenpopulatie. In Den Helder zijn we een bliksemcampagne gestart om de katten in te enten. Daardoor is de schade beperkt gebleven. Ongeveer veertig katten stierven", zegt Renee Hoynck, bestuurslid van GGG, Groep Geneeskunde voor Gezelschapsdieren van de KNMvD.

Wie de vaccinatierichtlijnen van de KNMvD wil nalezen, kan dat hier.