Er is een onverwachte reden dat zoveel huisdieren witte vlekken hebben. De stukjes witte vacht bij honden, katten maar ook koeien zijn een toevallig bijeffect van het feit dat de dieren gaandeweg minder schuw zijn geworden - een noodzaak om in de nabijheid van mensen te kunnen vertoeven. Sterker nog: ook de gekrulde staarten van varkens en sommige honden, de zachte hangoren van konijnen, honden en geiten en de kortere snuiten van katten en honden worden hierdoor verklaard. Dat stellen drie vooraanstaande evolutiebiologen in het vakblad Genetics.
Het patroon duikt ook op bij boerderijdieren zoals geiten en koeien.
Het is een heel nieuwe manier om te begrijpen waarom huisdieren eruit zien zoals ze doen, stellen de drie, de Zuid-Afrikaan Adam Wilkins, de Amerikaan Richard Wrangham en de Oostenrijker William Tecumseh Fitch.
Charles Darwin viel het al op dat gedomesticeerde dieren bepaalde trekjes met elkaar gemeen hebben: van zachte hangoren en krulstaarten tot een kortere snuit, en van kleinere tanden tot bruine of witte vlekken in de vacht. De overeenkomsten zitten geheimzinnig diep: het patroon duikt op bij boerderijdieren zoals geiten en koeien, bij knuffeldieren zoals cavia's en katten en zelfs bij vissen en vogels zoals duiven. Maar aan een goede verklaring die alle aspecten van dit 'domesticatiesyndroom' in één klap verklaart, ontbreekt het nog altijd. Tot vandaag, denken Wilkins en zijn kompanen. Het komt allemaal door de stress, opperen de drie in een uiteenzetting voor vakgenoten. Eén ding hebben alle huisdieren namelijk gemeen: 'tamheid, oftewel gebrek aan angstige of agressieve reacties op hun menselijke verzorgers'. De dieren maken minder adrenaline aan dan hun wilde voorouders - en dat moet betekenen dat ze anders werkende of kleinere bijnieren hebben, de klieren die die adrenaline maken.
Dat is volgens de wetenschappers de sleutel: de bijnieren ontstaan uit een groepje cellen genaamd de 'neurale kam' en daaruit ontstaan ook zulke structuren als gezichtsbotten, het kraakbeen van de staart en de oren en bepaalde pigmentcellen. Bij huisdieren staat de embryonale ontwikkeling dus een klein beetje anders afgesteld - met de hele mikmak aan krulstaarten, witte vlekken, flaporen en korte snuiten als logisch gevolg.
Trekjes
'Onze hypothese is, voor zover we weten, de enige geünificeerde, mechanistisch gewortelde verklaring voor alle trekjes van het domesticatiesyndroom', aldus Wilkins, Wrangham en Tecumseh Fitch.
De drie stellen, zoals het hoort in de wetenschap, meteen een reeks laboratoriumexperimenten voor om hun theorie te testen. Opvallend detail is dat witte vlekken in de vacht van huisdieren vaak rondom de snuit zitten, aan de staartpunt en aan de uiteindes van de pootjes, merken de wetenschappers op. Precies wat je mag verwachten: bij een zich ontwikkelend embryo zijn dit de 'buitengebieden' waar de cellen pas later aankomen, 'en dat maakt deze gebieden gevoelig voor depigmentatie', aldus de biologen.
De drie zijn niet de eersten de besten. Zo geldt de in Oostenrijk werkende Tecumseh Fitch als een autoriteit op het gebied van de evolutie van taal, en geniet Richard Wrangham bekendheid vanwege zijn ook al opzienbarende theorie dat de uitvinding van het koken cruciaal was voor de evolutie van de mens.
©demorgen