• Nieuws

Nieuw KB betreffende de algemene regels voor de preventie en de bestrijding van bepaalde dierenziekten

Het koninklijk besluit (KB) van 18 april 2024 betreffende de algemene regels voor de preventie en de bestrijding van bepaalde dierenziekten, dat gepubliceerd werd op 6 mei 2024, trad in werking op 16 mei 2024 en trekt tegelijkertijd het koninklijk besluit van 3 februari 2014 in. Dit nieuwe KB van 18 april 2024 vloeit voort uit de Europese bepalingen van de Diergezondheidswet (Animal Health Law) en brengt in één besluit bepalingen samen die voor meerdere dierziekten gelden.

Ziekten die door de maatregelen worden getroffen

De lijst met ziekten waarvoor maatregelen kunnen worden genomen, is als volgt samengesteld: 

  • ziekten opgelijst voor soorten en groepen van soorten volgens de bepalingen van de uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten;
  • zoönotische ziekten die reeds opgenomen waren in het koninklijk besluit van 3 februari 2014;
  • ziekten die specifiek zijn voor de Belgische epidemiologische context.

Rol en plicht van de dierenarts in dit nieuwe besluit

De dierenarts die door een houder wordt opgeroepen, is verplicht de dieren te onderzoeken binnen de 24 uur volgend op de oproep van de houder, tenzij anders bepaald in de specifieke betreffende wetgeving en, in voorkomend geval, de vereiste monsters te nemen voor een laboratoriumonderzoek.
De bepalingen inzake de meldingsplicht die aanwezig waren in het koninklijk besluit van 3 februari 2014 zijn lichtjes bijgewerkt. In geval van vermoeden van een aangifteplichtige ziekte is de dierenarts die gecontacteerd werd door de houder verantwoordelijk voor het per e-mail versturen van het meldingsformulier naar de LCE. De verantwoordelijke voor de dieren hoeft het formulier niet meer mee te ondertekenen.
Elke dierenarts verleent zijn medewerking aan het Agentschap voor de ingestelde maatregelen om de risico's verbonden aan de dierziekte te vermijden of te beperken.

Maatregelen bij het binnenbrengen op Belgisch grondgebied van dieren waarvoor de houder geen gezondheidscertificaat kan voorleggen

De aanwezigheid van een gezondheidscertificaat bij het binnenbrengen van gebruiksdieren in België is een garantie met betrekking tot overdraagbare ziekten: dit is een wettelijke verplichting. Het ontbreken van dit certificaat moet altijd gemeld worden aan het FAVV, dat de maatregelen zal nemen die voorzien zijn in de reglementering.
Eén van deze maatregelen is dat de houder een erkende dierenarts moet inschakelen om de identificatie van de dieren te controleren, een klinisch onderzoek uit te voeren en de nodige monsters te nemen om voor de verschillende ziekten te testen waarvoor gezondheidsgaranties worden gegeven in het gezondheidscertificaat dat specifiek is voor de betrokken soort.

Reiniging en ontsmetting

Het KB van 18 april 2024 stelt de regels vast die moeten worden gevolgd voor de reiniging en ontsmetting van plaatsen waar dieren werden gehuisvest die besmet zijn met een gereglementeerde ziekte.

Vervoer en slachten van dieren waarvoor een slachtbevel werd opgemaakt of dieren afkomstig van een inrichting onder verdenking of een haard

De regels die al van kracht waren in verschillende wetgevingen zijn samengebracht in het nieuwe koninklijk besluit.

Beheer van melk en melkproducten afkomstig uit inrichtingen onder verdenking of die tot haard werden verklaard 

Het KB van 18 april 2024 stelt de maatregelen vast die genomen dienen te worden met betrekking tot melk en zuivelproducten afkomstig van een inrichting onder verdenking of die tot haard werd verklaard van een besmettelijke ziekte die via melk en melkproducten op de mens kan worden overgedragen.

Het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de aangifteplicht wordt opgeheven.